Obligaties zijn leningen die worden uitgegeven met een bepaalde looptijd en een vaste (coupon)rente door overheden, banken of bedrijven.

Obligaties hebben het risico op verlies van je geld gemeen met aandelen, hoewel er ook hier weer verschillen zijn. Als een emittent failliet gaat, kan het geïnvesteerde geld ook weg zijn. In een dergelijk geval genieten houders van een obligatie echter het voordeel dat zij uit de insolvente boedel voor de aandeelhouders worden bediend. Toch zijn obligaties zeker niet risicovrij. Al is de kans dat een staat failliet gaat veel kleiner dan die van een bedrijf – althans in de Europese Unie, waar pogingen worden gedaan om de Europese gemeenschap bij elkaar te houden. Met zijn schuldhereniging in 2012 is Griekenland hier echter ook een waarschuwend tegenvoorbeeld, dat later in meer detail zal worden besproken.

Voorbeeld

Een emittent geeft obligaties uit met een waarde van € 10.000 per aandeel en een volume van EUR 500 miljoen. De rente is 4% en de looptijd is vijf jaar. Beleggers kunnen een obligatie kopen vanaf      € 10.000 per stuk en krijgen 4% rente voor elk jaar, d.w.z. € 400,00 en na vijf jaar krijgen ze de            € 10.000 terug. Het rendement op de obligatie is 4% aan het begin van de looptijd van 5 jaar. Het rendement is echter slechts 4%, omdat obligaties meestal worden uitgegeven tegen een prijs van 100.

Als zogenaamde vastrentende waarden geven obligaties de kopers niet alleen recht op een regelmatige betaling (vastrentende) van overeengekomen rente, maar ook op de terugbetaling van de gehele investering na het einde van een vaste looptijd.

Rentebetaling

De rente op obligaties wordt meestal vastgesteld als een vaste rente zoals bij een banklening. Er zijn echter ook obligaties met variabele rente die gebaseerd zijn op een referentie rentevoet. De referentie rentevoet weerspiegelt de kosten van het lenen op verschillende markten. De verdeling van de rente kan regelmatig over de looptijd of pas aan het einde van de looptijd plaatsvinden. Normaal gesproken vindt in Europa een reguliere uitbetaling plaats aan het einde van een jaar. In Amerika is een uitbetaling gebruikelijk elk kwartaal of ten minste halfjaarlijks. In tegenstelling tot een Termijndepositorekening hoeft u uw belegging in obligaties echter niet tot het einde van de looptijd aan te houden om uw geld te krijgen, omdat obligaties op de beurs worden verhandeld. U kunt uw obligaties dus ook dagelijks verkopen gedurende de looptijd.

Niet alle obligaties zijn hetzelfde

Beleggers kunnen staatsobligaties kopen, die, zoals de naam al doet vermoeden, worden uitgegeven door een overheid of staat. Maar obligaties kunnen ook van bedrijven komen, dan worden ze bedrijfsobligaties genoemd.

Er zijn verschillen met betrekking tot het aan het begin genoemde risicoprofiel en de daaruit voortvloeiende rente. Het risicoprofiel wordt grotendeels beïnvloed door de rating. De rating is het resultaat van een kredietcheck en daarom is het altijd zo dat een goede rating een lagere rente oplevert, maar tegelijkertijd meer zekerheid biedt dat je je rente en je geïnvesteerde bedrag terugkrijgt.

Notitie

“Vastrentende waarden” is de regel voor obligaties, maar er zijn uitzonderingen waarbij de rentetarieven zijn gekoppeld aan de Inflatie, waaraan bijvoorbeeld EURIBOR is gekoppeld of zogenaamde zero-coupon obligaties, waarvoor gedurende de looptijd geen rente wordt betaald.

Obligaties worden verhandeld op de beurs

Net als aandelen kunnen obligaties ook op de beurs worden verhandeld. In principe zijn ze dus door verkoopbaar en liquide, dit ondanks een vooraf bepaalde termijn. Verhandelbaarheid gaat ook gepaard met het feit dat niet alleen de rente, maar ook de marktwaarde een rol speelt in het rendement van een obligatie. Obligaties hebben dit net als aandelen – met een klein verschil. Terwijl de koerswaarde van een aandeel altijd in euro’s of een andere nationale valuta wordt vermeld, wordt de koerswaarde van obligaties altijd uitgedrukt als een percentage. 100% komt altijd overeen met de nominale waarde (nominale waarde) van een obligatie, d.w.z. de waarde waartegen de obligaties zijn uitgegeven. In ons bovenstaande voorbeeld is de nominale waarde (nominale waarde) € 10.000.

Krediet - Geld lenen - Lenen - kredietje.be